De voorbije weken reeg goud de recordprijzen aaneen maar het ging toen telkens om nominale hoogtepunten. In reële termen, dus aangepast voor inflatie, lag de piek van januari 1980 (821 dollar) nog steeds hoger. Met het doorbreken van de grens van 3300 dollar voor de spot prijs en het meest verhandelde termijncontract (op dit moment is dat de juni-goudfuture) is dat wel het geval!
Nu zijn er die argumenteren dat de officiële inflatiestatistieken de werkelijke prijsstijgingen onderschatten (en er toch nog geen reële recordprijs is voor goud). Dat is wellicht ook zo, maar men moet ergens een historische referentie nemen. Dus voortaan zitten we ook ‘officieel‘ op recordkoers.
Bron Grafiek : TradingView.com
Veruit de grootste prijsstijging vond plaats in dollar. De correctie bij goud na ‘Liberation Day’ bleef beperkt en de daling bleef steken op 2960 dollar. Het gele metaal noteert nu al 26% hoger dan bij de start van 2025. Dat is hetzelfde rendement als over heel 2024 werd gerealiseerd.
In andere valuta ligt het rendement dit jaar een stuk lager maar dat komt omdat de Amerikaanse munt de voorbije weken fors is gedevalueerd tegenover met name de euro, de Zwitserse frank en de Japanse yen. Deze valuta werden na het uitbreken van de tariefoorlog in de rol van ‘safe haven’ gedrongen en blijft het rendement in euro voorlopig beperkt tot 16%.
Bron Grafiek : Stockcharts.com
Met de recente daling is de klim van de DXY of dollar-index sinds oktober vorig jaar helemaal ongedaan gemaakt. De uitstroom uit de dollar is dus een belangrijke factor achter de hogere goudprijs. De tariefoorlog die president Trump, ontketende zette een omslag van de kapitaalstromen in gang.
Dan moeten we het ook nog even over zilver hebben, dat veel harder corrigeerde dan goud . De terugval bracht de zilverprijs van 35 naar minder dan 29 dollar of een tik van 18%. Intussen is ruim de helft daarvan weer goedgemaakt, maar zilver blijft beduidend slechter presteren dan goud.
De goud/zilver ratio is intussen opgelopen naar meer dan 100, het hoogste niveau in bijna vijf jaar. Enkel tijdens het hoogtepunt van de Covid-crisis op de financiële markten stond de prijsverhouding nog hoger. Zilver noteert in tegenstelling tot goud nog ver onder zijn topkoersen van 1980 en 2011. Nieuwe records zouden de zilverprijs in reële termen tot een stuk boven de 200 dollar moeten brengen.
Bij de vorige records begon de zilverprijs pas relatief laat in de goudcyclus op te lopen maar de stijging verliep dan wel een stuk sneller. Er is geen garantie dat het ook deze keer weer zo zal lopen, maar ik geef het maar mee.
Bron Grafiek : TradingView.com
Een van de meest opvallende vaststellingen tijdens de recente correctie op de aandelenmarkten was dat obligaties deze keer niet als veilige haven werden gezien. Wel integendeel, want de langetermijnrentes stegen waardoor dus de obligatiekoersen daalden. Dit is een heel belangrijk signaal van de markt dat wijst op een overaanbod van schuldpapier en hogere inflatieverwachtingen.
De timing van deze hogere rentes is ongelukkig want veel leningen die enkele jaren geleden werden afgesloten tegen historisch lage rentevoeten moeten stilaan geherfinancierd worden. De recente koersdalingen op de aandelenmarkten kwamen er zonder dat er al sprake is van een recessie. Komt die er wel, en de kansen daarop zijn fors toegenomen, dan zullen analisten hun winstprognoses moeten bijstellen en kunnen de waarderingen en aandelenkoersen nog een stuk lager dan nu het geval is.
Goud kon wel volop zijn rol van veilige haven spelen. De centrale banken blijven goud kopen, zij het aan een iets trager tempo dan de voorbije jaren, wat overigens perfect normaal is. De ETF stromen zijn wel positief en de fysieke trackers hebben nu 260 ton meer onder beheer dan een jaar eerder. Toch is het record van 2020 nog veraf.
Opmerkelijk is aanhoudend de sterke vraag uit China. Hoewel het land zelf de grootste goudproducent is en niets exporteert, moest de overheid al twee keer de importquota’s verhogen om aan de hoge vraag van institutionele investeerders en private beleggers te kunnen voldoen.
Intussen lijkt de Federal Reserve niet gehaast om de (korte) beleidsrente verder te verlagen, ondanks de toenemende druk van president Trump. Op basis van de CME FedWatch Tool verwacht 84% een ongewijzigde rente op de eerstvolgende beleidsvergadering van 7 mei.
Gouverneur Powell liet weten dat hij eerst de inflatiecijfers wil afwachten. Voor het daaropvolgende rentebesluit van 18 juni gaat een meerderheid van 68% uit van een eerste renteverlaging van 2025. De consensusverwachting voor dit jaar ligt op een gecumuleerde rentedaling met 75 basispunten.
De vraag die bij zowel goudbezitters als beleggers die de boot hebben gemist op de lippen brandt is of er een meer uitgesproken prijscorrectie komt en wanneer. Het antwoord luidt ja, er komt 100% zeker een (gezonde) correctie maar wanneer weet ik niet. Alle technische indicatoren staan al een tijd op overgekocht maar de geschiedenis leert dat dit op zich niets zegt over de timing en de omvang van een correctie. Dat deze er komt, is echter zeker, want niets gaat in een rechte lijn naar boven.
De set-up voor de goudmijnen is nog een pak interessanter. Daarvoor verwijs ik voortaan naar mijn diensten.
Koen Lauwers