Zoals vorig weekend voorspeld, lieten de aandelenindexen de voorbije week een sterke remonte zien. Of dat nu echt iets is om vrolijk van te worden, is een andere vraag.
Cirkel doorbreken
Een groot deel van de beweging kwam zoals aangekondigd op rekening van shorters die hun posities afsloten (en dus terugkochten). Maandag 23 maart was dus het voorlopige dieptepunt voor de beurzen. De weken daarvoor zaten de markten in een vicieuze cirkel waarbij koersdalingen aanleiding gaven tot liquiditeitsproblemen en margin calls die op hun beurt tot nog meer verliezen leidden.
Die cirkel kon in de set-up van toen onmogelijk worden doorbroken. Er is geen economie en geen markt (wegens de halve wereld in lockdown), de grenzen zijn gesloten maar er is wel een beurs! Hoe absurd is dat? Ik heb mijn punt hierover al uitgebreid gemaakt en zal er niet nog eens op terugkomen. Feit is dat een sluiting van de markten om politieke redenen blijkbaar geen optie was. Er moest dus een andere set-up komen om de cirkel te doorbreken.
QE to infinity
Na een opeenvolgende reeks QE’s sinds 2009 en een alfabet-soep aan stimulusprogramma’s liet de Federal Reserve vorige week doodleuk weten dat de monetaire stimuli voortaan ongelimiteerd zijn. U leest dit goed: er is dus geen grens meer aan het bedrag dat de centrale bank uit het niets kan tevoorschijn toveren.
De bedoeling is uiteraard om de financiële markten te ondersteunen. Want de markten, dat is ook de economie. Het nieuwe geld moet onder meer dienen voor de aankoop van commercial paper (kortlopende leningen), bedrijfsobligaties, obligatie-ETF’s en het verschaffen van leningen aan KMO’s.
‘Wacht eens even’, zal een slimmerik zeggen, ‘dat kan toch helemaal niet volgens de Federal Reserve Act van 1913?’. Dat klopt, wettelijk kan de Fed alleen activa kopen (of in onderpand nemen) die een overheidsgarantie hebben. Dit is in de eerste plaats het geval met schuldpapier van de Treasury (Ministerie van Financiën) zelf en hypotheek- en andere leningen met een zogenaamde ‘impliciete overheidsgarantie’.
Geen probleem, want dit wordt omzeild door de oprichting van verschillende Special Purpose Vehicles (SPV’s). Ik bespaar u alle techniciteiten want deze doen er verder ook niet toe. Het komt er op neer dat de Treasury alles zal kopen en dat de Fed voor het geld zal zorgen. Het beheer van deze SPV’s wordt in handen van BlackRock gegeven. U leest dit goed, een private vermogensbeheerder…
Nationalisatie
Kunst- en vliegwerk van een bedenkelijk niveau en het wordt binnenkort wellicht nog erger want de Fed wil ook heel graag aandelen ETF’s kopen. Daar moet nog iets op worden gevonden want in theorie moet ook het Congres zijn zegje doen maar twijfel er maar niet aan dat dit ook zal gebeuren. Daarmee is de ‘Japanificatie’ van de Amerikaanse economie compleet en rekenen er maar op dat ook Europa zal volgen.
Dit is nog niet alles want naast de monetaire stimulus komt er in de VS ook een fiscaal pakket ten belope van 2,2 biljoen of 2200 miljard $. Herlees ook dit getal nog even om er de omvang van volledig te begrijpen. Dit is ongeveer 10% van het Amerikaanse bruto binnenlands product. Het begrotingstekort, dat met 1,1 biljoen al adembenemend hoog was, zal dus potentieel minstens verdrievoudigen. Onder meer de airliners, cruisemaatschappijen en Boeing (te belangrijk voor defensie om te laten falen!) zullen worden gered. Ook Joe Sixpack krijgt geld toegestopt om te consumeren.
Wat u moet onthouden, is dat grote delen van de financiële markten worden genationaliseerd. De facto is er dus ook een einde gekomen aan de politieke onafhankelijkheid van de Fed. Die wordt voortaan vriendelijk doch kordaat verzocht om de geldpers aan te zetten wanneer de politiek dit nodig acht.
Geen normalisering
Ik kan niet genoeg benadrukken dat een terugkeer naar ‘business as usual’ op de financiële markten niet meer mogelijk is.
Een zogenaamde ‘normalisering’ van het stimulusbeleid komt er niet. Kan er ook niet komen, want zodra de schuldgroei stopt, stort het systeem in elkaar. De vlucht vooruit nemen is voor monetaire (centrale banken) en fiscale (regeringen) autoriteiten daarom de enige optie.
Zo werkt een systeem waarbij de economische groei gebaseerd is op schuldgroei nu eenmaal. Alleen was er een trigger, een event, een katalysator nodig om dit op scherp te stellen. Wat nu dus gebeurd is. Ik heb het er graag met u over wat dit voor uw portefeuille kan betekenen.
Is er nog goud?
Nog kort iets over goud want daar zijn verschillende vragen over. De prijs voor termijncontracten (futures) steeg de voorbije weken fors boven de spotprijs (referentie voor fysieke prijs). En nog geen klein beetje ook. Op een bepaald moment liep het verschil op tot meer dan 60$ per troy ounce.
Verschillen tussen beide prijzen zijn niet ongewoon maar in regel veel kleiner en worden ook veel sneller weg gearbitrageerd door traders. Bij afloop van termijncontracten kunnen deze worden doorgerold naar een latere afloopdatum of volgt er een ‘cash settlement’. Ook fysieke levering is mogelijk maar in het geval van goud gebeurt dit amper.
Merk op dat de spotprijs op dit moment louter indicatief is. Het is zo goed als onmogelijk om fysiek goud te kopen tegen die prijs. Dit heeft vooral te maken met logistieke problemen. Als gevolg van het coronavirus ligt een groot deel van de refineries (die goud verwerken en omzetten naar producten voor de kleinhandel) plat. In Zwitserland, de grootste refiner ter wereld, houdt op dit moment 75% de deuren dicht. Ook in Zuid-Afrika is de capaciteit fors afgenomen.
Daardoor is er schaarste aan goud voor de kleinhandel maar ook aan goudbaren die als settlement voor termijncontracten kunnen dienen. Deze situatie kan gerust nog enkele weken of maanden aanhouden. Als u zich afvraagt waarom de premies op Krugerrands en andere 1 oz munten de hoogte zijn ingeschoten: dààrom dus.
Dus op de vraag of er nog goud is, luidt het antwoord: ja, maar nu even niet. Het ware de voorbije weken om meer dan één reden veel slimmer geweest om gouden munten te hamsteren in plaats van wc-papier, pasta en blikvoeding …
Koen
Gelieve aan te melden om het volledige artikel te lezen.