Olie: richting zoeken

De prijs van een vat ruwe olie kampeert al pakweg een half jaar in een vork van 40 tot 50 Amerikaanse dollar. Fundamenteel heeft de markt echter nog steeds geen richting gekozen. Alle bewegingen naar de onderkant én de bovenkant van deze prijsvork worden bepaald door tijdelijke factoren. Zo reageren de marktparticipanten sterk op voorraadcijfers die nadien herzien worden of bepaalde headlines in de media die achteraf niet meer dan ruis blijken te zijn. Allemaal heel leuk voor traders, maar welk scenario maakt nu het meeste kans als we de fundamentele evoluties bekijken?  

Begin dit jaar zakte de olieprijs naar het laagste peil sinds 2003. Het sentiment was toen erg negatief met grootbanken die prijsdoelen onder 20 dollar orakelden. Maar kijk, het zwarte goud veerde sneller dan verwacht terug op. Al in juni werd de kaap van 50 dollar vlotjes gerond, bijna een verdubbeling tegenover de dieptepunten van enkele maanden eerder. De markt anticipeerde met die klim op een sneller herstel van het evenwicht tussen vraag en aanbod. Dit werd aanvankelijk nog voorzien voor volgend jaar maar al snel vooruitgeschoven door enkele onvoorziene evoluties aan de aanbodzijde.

Fast forward naar begin augustus: op dat moment waren de tijdelijke elementen die de drijvende kracht waren achter de prijshausse ofwel weggevallen of was hun impact een stuk minder belangrijk geworden. Gevolg: voor het eerst in 4 maanden viel de olieprijs onder 40 dollar terug. Toen doken opnieuw geruchten op over afspraken tussen de grote producenten om het aanbod te beperken. Al dan niet toevallig op het moment dat iedereen zich na enkele tegenvallende macro-economische begon te positioneren voor een verdere daling.

Sindsdien gaat de aandacht van de markt uit naar het International Energy Forum dat tussen 26 en 28 september in Algerije plaats vindt. In de marge daarvan staat een informele bijeenkomst gepland tussen de belangrijkste OPEC-leden en enkele grote aanbieders die niet tot het kartel behoren, zoals Rusland.  Ten minste, als Iran niet opnieuw dwars gaat liggen zoals in april bij eenzelfde gelegenheid in Doha (Qatar) het geval was.

15806990440_c505c44878_z

Verwacht u alvast aan heel wat media-aandacht en veel speculatie over mogelijke scenario’s. Maar tastbaar resultaat? Ain’t gonna happen! Wie hoopt dat de grote jongens aan de aanbodzijde vrijwillig marktaandeel gaan opgeven, denkt best nog een keer na. De Saoedi’s niet, Iran niet en Rusland al zeker niet. Hou ook in het achterhoofd dat de werkelijke OPEC-productiecijfers consequent boven de officiële quota liggen.

Zo nam het aanbod van het OPEC-kartel in juli toe naar 33,39 miljoen vaten/dag, het hoogste cijfer in 8 jaar. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere output van de niet-OPEC landen. Maar een significante verkrapping van het aanbod zit er dus niet aan te komen.

Een herstel van het marktevenwicht, in eerste instantie, en eventuele deficits, in tweede instantie, zullen dus moeten komen van de vraagzijde. Die kans is reëel, want met name de emerging markets verrassen in positieve zin. Vriend en vijand stonden versteld van de groei van de Chinese olieconsumptie terwijl India dit jaar Japan zal inhalen als de op één na grootste verbruiker van olie ter wereld.

Tegelijk stelde het Internationaal Energie Agentschap (IEA) haar vraagprognoses al een aantal keer opwaarts bij. De instelling gaat voor de tweede jaarhelft nu uit van een globale consumptie van 97 miljoen vaten/dag, ruim 0,5 miljoen vaten meer dan 6 maanden eerder. Het IEA ziet dit cijfer oplopen naar 98 miljoen vaten/dag in de tweede helft van volgend jaar en in 2020 zou zelfs de kaap van 100 miljoen vaten/dag worden overschreden. En wat geeft dat nu voor de verwachtingen m.b.t. de olieprijs?

oil-106913_960_720

Gelieve aan te melden om het volledige artikel te lezen.

Aanmelden voor bestaande gebruikers