Op het dashboard van de financiële markten staan slechts 2 knoppen: risk-on en risk-off. Veruit het grootste deel van de tijd zijn de markten in risk-on modus. Risk-off is er enkel bij calamiteiten als (recent) de financiële crisis in 2008, de eurocrisis in 2011 en tussentijdse ‘kleinere’ crisissen (bijv. Griekenland en Brexit). Het is in periodes van risk-off dat de (financiële) media het altijd hebben over ‘safe havens’ of veilige havens. Dat zijn activa waar investeringsgeld naartoe vloeit en tijdelijk geparkeerd wordt in afwachting van de volgende risk-on periode, die meestal niet lang op zich laat wachten.
De Amerikaanse dollar is (via overheidsobligaties) de veilige haven bij uitstek. Dit heeft op zich weinig te maken met de toestand van de Amerikaanse economie op dat moment, maar wel alles met de status van de dollar als wereldreservemunt. Die status maakt dat de markt van dollar schuldpapier de meest liquide ter wereld is en dus de eerste keuze om geld tijdelijk te parkeren.
Goud is eveneens een klassieke veilige haven, alleen kon het gele metaal de jongste jaren die rol meer niet dan wel waarmaken. Dit leert ons althans de evolutie van de goudprijs tussen eind 2011 en begin dit jaar. Dat komt omdat de goudmarkt enerzijds te klein is als toevluchtsoord voor de kapitaalstromen. Anderzijds spelen er nog andere belangen die maken dat de goudprijs niet té snel té hoog mag oplopen om het wankele evenwicht in het monetaire systeem niet te verstoren.
Nog op de valutamarkt vinden we de Zwitserse Frank (CHF) als ‘usual suspect’ onder de veilige havens. Maar ook de CHF is een te kleine markt en bovendien hanteert de Zwitserse centrale bank SNB een actieve interventiepolitiek. Blijft over: de Japanse yen (JPY). Begin juli steeg de JPY naar het hoogste niveau tegenover de Amerikaanse dollar in meer dan 2 jaar. Na de Brexit-stemming koerste de Japanse munt tegenover het Brits pond( GBP) zelfs naar het hoogste peil in bijna 4 jaar.
Dit lijkt bizar, want is Japan met een overheidsschuld die meer dan 200 procent van het bruto binnenlands product bedraagt niet één van de meest schuldbeladen naties ter wereld? En zit de Japanse economie niet al bijna 3 decennia in het slop, daarbij kreunend onder een aanhoudende deflatie? En is de monetaire politiek van eerste minister Shinzo Abe (het zogenaamde Abenomics) er niet op gericht om de eigen munt te verzwakken om via de exportindustrie de economie terug te doen aantrekken? Allemaal vragen die we positief kunnen beantwoorden.
Maar waarom fungeert de JPY dan wel als veilige haven op de internationale kapitaalmarkten?
Gelieve aan te melden om het volledige artikel te lezen.