Fundamenteel weinig reden voor hogere olieprijzen

De aanslagen op enkele olie-installaties in Saoedi-Arabië zonden een schokgolf door de energiemarkten. Onder meer de grootste verwerkingsinstallatie voor ruwe olie ter wereld (Abqaiq) werd getroffen. Staatsoliebedrijf Saudi Aramco schatte de onmiddellijke impact op 5,7 miljoen vaten per dag  waarmee de productiecapaciteit in een klap nagenoeg werd gehalveerd. De verloren productie kwam overeen met ongeveer 5 procent van de globale productiecapaciteit. Prompt schoten de prijzen van zowel Brent als West Texas Intermediate de hoogte in. De stijging bedroeg op een bepaald moment zelfs 20 procent.  

De Saoedi’s bliezen aanvankelijk warm en koud rond de precieze impact en de duurtijd om de getroffen installaties terug operationeel te maken. Net na de aanslag kwamen daarover relatief optimistische geluiden maar op maandag klonk het ineens dat een volledig herstel van de productiecapaciteit meerdere maanden in beslag zou nemen. Een dag later bleek dat het hoogstens 2 tot 3 weken zou duren om de output terug op het oude niveau te brengen. Nagenoeg meteen volgde een forse correctie van de olieprijs.

Voor investeerders is het belangrijk om een en ander in het juiste perspectief te zien. Fundamenteel liggen de kaarten namelijk niet zo gunstig voor ruwe olie.

Zo ziet het Internationaal Energie Agentschap (IEA) de globale voorraden in de tweede helft van dit jaar en vooral in 2020 sterk toenemen.  Na een vrijwillige productiebeperking van de OPEC-landen en Rusland kwam vorig jaar een einde aan de voorraadopbouw. Maar deze productieafspraken zullen volgens het IEA niet langer volstaan. Dit komt door de aantrekkende productie bij niet-OPEC producenten met voorop de Verenigde Staten maar ook Brazilië en Noorwegen waar de output in de lift zit door een aantal nieuwe grote olievelden.

Daarbij  komt dat ook de Chinese economie hapert wat een rem zet op de vraag naar ruwe olie. De groei van de Chinese industriële productie was vorige maand sinds 2002 niet meer zo laag terwijl ook de private investeringen afnemen. Ondanks de productieonderbreking is er op dit moment ruim voldoende reservecapaciteit beschikbaar. Saoedi-Arabië kan teren op hoge reserves die de exportbehoefte van 26 dagen dekken. OPEC als geheel heeft ook nog reserve productiecapaciteit, net als Rusland.

Bovendien toonden onder meer de VS, Japan en Zuid-Korea zich al bereid om indien nodig de strategische oliereserves aan te spreken. Het is dus maar de vraag hoe duurzaam de stijging van de olieprijs zal blijken. Eens het schokeffect wat weggeëbd is, komen vroeg of laat de vraag- en aanbodfundamenten terug op het voorplan.

Enkel bij een escalatie van het conflict tussen Saoedi-Arabië en de VS enerzijds en  Iran anderzijds kan een terugval van de olieprijs worden vermeden.

Wanneer WTI en Brent respectievelijk richting 65 en 70 dollar evolueren, kan een shortpositie via hefboomproducten worden overwogen. De aanslagen illustreren wel dat een short positie op olie innemen op olie nooit helemaal zonder gevaar is, zelfs al zijn de vooruitzichten voor de olieprijs niet zo gunstig.

Gelieve aan te melden om het volledige artikel te lezen.

Aanmelden voor bestaande gebruikers